Namaste!
Na het overdonderende en indrukwekkende Tibet was het tijd om naar het volgende land te gaan: Nepal! Dit is ook meteen ons eerste land waar het echte ‘we zien wel waar we zijn over een paar dagen’ is begonnen. En dat bevalt meer dan prima!
De eerste minuten Nepal voelden in ieder geval al heerlijk. Van het zo strak georganiseerde China, met op elke vierkante centimeter asfalt, hekjes of gecreëerde parkjes naar het toeterende, stoffige, zanderige en bergachtige Nepal. Het begon al direct op de grens. In China werden we letterlijk om de drie meter van het douanegebouw tot aan de grens aangesproken en om ons paspoort gevraagd (ook als we van de ene ambtenaar rechtstreeks naar de andere liepen en onderweg niks tegenkwamen en de verschillende ambtenaren gewoon hard met elkaar aan het praten waren). We liepen de grens over en werden geleid naar een hokje wat verdacht veel leek op de plaatselijke viskraam. Snel kwamen we erachter dat we hier ons visum moesten halen. Onze paspoortgegevens werden in een groot boek overgeschreven (hier geen sprake van dure scanmachines of x-ray apparaten om bagage te scannen) terwijl de douane ambtenaren vrolijk babbelden en vertelden dat Nepal een beeeeeeautiful country is die we very much zullen loven.
Na de douane check en visumaanvraag, gingen we op weg naar Kathmandu: een weg van zo’n 175 kilometer waar je in Nederland toch al gauw anderhalf uur over doet (al ligt dat eraan wie er rijdt, Ly haalt dat wel in een klein uurtje). Hier werkt dat alleen een tikkeltje anders, dat snap je. De wegen hier zijn net wat moeilijker begaanbaar met kuilen zo diep als valleien, af en toe een rollende steen van de berg links en een dodelijke afgrond rechts (arme Ben was nog steeds niet van zijn nachtmerrie verlost). Tientallen keren het dak koppend en diverse slipgevaren verder (waar -toegegeven- ons veel te korte leven soms ook even aan ons voorbij flitste) kwamen we 9 uur later aan in Kathmandu.
Kathmandu (volgens een taxichauffeur “Dustmandu”) is een heerlijke chaotische stad zonder verkeersregels, elektriciteitsdraden overal, supervriendelijke mensen en toeterende taxi’s. Straten waar een gemiddelde Amerikaan nog net doorheen kan, scheuren de taxi’s in beide richtingen over je tenen. Een verademing ten opzichte van China 🤓. We hebben verder vooral heel rustig gedaan, de monkeytemple en een oude buurt bezocht samen met Rosa en Ben (die we nog kenden van de Tibettour). Het voelt heerlijk luxe om wakker te worden en op het moment zelf te bepalen of je nog een nachtje blijft of weer door gaat. Daarom besloten we na 4 dagen Kathmandu de bus richting Pokhara te pakken waar we een hotel hadden gevonden met zwembad 😬. In Kathmandu was het al 30 graden, maar in Pokhara tikte het kwik toch wel de 35 graden aan. Daar moesten we natuurlijk vreeeeeeselijk van bijkomen, dus in de ochtend gingen we bijv. paragliden of raften en ‘s middags lagen we te puffen aan het zwembad. Je zou bijna denken dat we vakantie hebben 🙂. Éen dag besloten we naar de vredespagoda te gaan, bovenop een berg. We vonden een aardige taxichauffeur die ons graag heen en weer wilde rijden en op ons wilde wachten terwijl wij het laatste stukje berg te voet zouden beklimmen. Op de terugweg stonden we ineens, midden op een bergweg in een best wel flinke file. Na een uur aan de kant van de weg te hebben gewacht, gebaarde de chauffeur dat we terug de auto in moesten. Terwijl alles nog potje dicht zat reed hij langs en tussen iedereen door – inclusief de politie die alles had afgezet en iedereen aan het tegenhouden was. Hij moest er zelf heel hard om lachen en gaf aan dit altijd te doen en dat het de politie toch niet uitmaakt. Dat viel uiteindelijk toch een beetje tegen, want een km later werd hij tegen gehouden door een collega politie en kreeg hij alsnog een boete. Voordeeltje: eerst vroegen ze 1500 NPR (ongeveer 12 euro), maar uiteindelijk wist hij dat omlaag te lullen tot 800 NPR (ongeveer 7 euro). Toch leuk!
Na Pokhara besloten we naar Bardia National Park te gaan. Van een andere toerist hadden we gehoord dat dit een heel bijzonder park is -waar onder andere de Bengaalse tijger losloopt- en dat het een stuk minder toeristisch is dan Chitwan. Dat klonk heel goed, dus we boekten een b&b bij een Nederlandse vrouw die sinds een paar jaar bij het park woont. Ze mailde nog naar ons dat het op dat moment 39 graden was daar en dat we daar wel tegen moesten kunnen, maar wij voelden ons stoer en dachten dat we dat wel aankonden. En bovendien: 39 graden in Nepal voelt vast heeeel anders dan 39 graden in Nederland (famous last words). We kwamen rond 4 uur ‘s nachts na een 15-urige busrit aan in Ambassa, een plaatsje vlakbij ons verblijf. Onze hostess had aangegeven dat een riksja ons zou opwachten bij de bushalte. Onze buschauffeur was vastbesloten om de enige toeristen in zijn bus veilig aan te laten komen, dus bleef met ons meezoeken in het pikkedonker totdat we ons vervoer hadden gevonden. We zeiden nog tegen elkaar, terwijl we in de open riksja door het dorpje heen zoefde: “Lekker temperatuurtje zo, voelt goed na zo’n plakkerige bus zonder airco!” (OMDAT HET MIDDEN IN DE NACHT WAS NATUURLIJK IDIOTEN, MAAR JA, WIJ WAREN EEN BEETJE DOM).
Aangekomen in onze kamer vertelde de hostess dat we geen airco hadden, alleen een ventilator. Geeeeeeen probleem zeiden wij, want hoe warm kon het nou echt worden?! Toen het licht werd en de zon steeds iets hoger aan de hemel kwam te staan, realiseerden wij ons langzaamaan dat we een fout hadden gemaakt. Die dag deden we niks, maar we waren constant drijfnat van het zweet. Terwijl we rustig ons boekje lazen droop het zweet van ons gezicht af, soms rechtstreeks in onze ogen (hebben jullie wel eens zweet in je oog gehad? Doet dus echt zeer!!🤓). Die avond besloten we de volgende dag een junglewalk te gaan doen met een gids. We vertrokken die volgende ochtend om 6 uur ‘s ochtends omdat het dan nog mogelijk was om te lopen zonder er ter plekke bij neer te vallen. De jungle zelf was heel erg mooi en bijzonder. We hebben neushoorns gezien en uiteindelijk ook een tijger, oprecht heel gaaf! De temperatuur was echter vreselijk. Achteraf hoorden we dat het die dag 45 graden was. Zelden hebben we ons zo verrot, kapot en ongelukkig gevoeld. Opeens klonk eerder terug gaan naar Nederland helemaaaaaal niet zo slecht en ik denk oprecht dat als er een helikopter was geland die ons naar Amsterdam had gebracht, we er met alle liefde in waren gesprongen (tot zover onze backpackmentaliteit). Toen we om 7 uur ‘s avonds drijfnat terugkwamen bij ons verblijf besloten we eerder terug naar Kathmandu te gaan. De bus ging twee dagen erna, dus we hebben nog 36 uur in de hitte gezeten (letterlijk gezeten, want van elke andere activiteit zouden we zijn bezweken). Slapen was zo goed als niet mogelijk, ‘s avonds koelde het minimaal af en de ventilator was dus alleen hele warme lucht aan het verspreiden. Ook een koude douche zat er niet in, want het water werd de hele dag in de tank opgewarmd door de zon. We vonden onszelf heel zielig (ok Ly vooral), we hebben voor het eerst even even beetje gebaald van de reis (ok ook Ly vooral) en hebben meerdere keren inwendig gehuild (ok jullie snappen het).
We waren heeeeeel erg blij toen we de bus terug naar Kathmandu zagen. We hadden onszelf wat luxe gegund en een airco-bus geboekt. Intens gelukkig zaten we in onze stoelen en we zetten de airco vol op ons gezicht. Dit voelde weer als ‘De Leven’ en ha-ha wat waren we losers dat we die hitte niet aankonden. Tot een klein uurtje later, de airco er mee ophield. In onze conditie (ok die van Ly dus vooral inderdaad) was dit een ramp van wereldformaat. Tsunami’s? Aardbevingen? Tyfoons? Probeer maar eens 20+ uur in een bus zonder airco te zitten bij 45 graden!!1!!1! (grapje natuurlijk, maar dan krijgen jullie een kleine indruk van de gemoedelijke sfeer die er hing). Daarnaast deden de ventilatoren van iedereen naast de stoelen het, behalve bij die van ons.. 😩 Als een hond hingen we omstebeurt hijgend (we geven toe dat de tong ook even werd uitgestoken) uit het raam, maar er is weinig verkoeling te vinden als het 45 graden is en er staat bijna geen wind. De verkoeling kwam na een paar uur in de vorm van een tropische onweersbui. Inwendig een klein bedank-dansje verder, kwamen we erachter dat ons raam zo lek als een gieter was en we dus vervolgens drijfnat op een doorweekte stoel de nacht moesten doorbrengen. De busrit duurde in totaal 20,5 uur en we zijn er niet per se trots op om te vertellen dat het 20 hele ongelukkig uren waren (hadden we al verteld dat de band van de bus ook lek ging?). Toen we ‘s morgens rond tien uur opgelucht tegen elkaar zeiden dat we nog 30 km moesten, wisten we gelukkig nog niet dat we vervolgens nog 3,5 uur erover zouden doen (ivm files) voordat we bij ons hotel zouden zijn. Toen we helemaal naar de tering en volledig bezweet in ons hotel mét airconditioning en we begroet werden met: “Heeeee, welcome back! Do you need a cold drink?”, konden we eindelijk weer ademen. Good to be back.
Op dit moment zitten we nog tot en met zondag in Kathmandu. Daarna vliegen we naar Sri Lanka! Heel erg veel zin in. Daar wacht een heel mooi hotel op ons, met een zwembad, aan het strand en met nog het allerbeste van de hele wereld: een airconditioning ❤️❤️❤️.




























Is die man naast Rob in het koffiehuis BOB?! 😀
LikeLike
Erg fijn dat jullie blog ook een beetje interactief wordt met ‘where is Waldo’ elementen. Houdt de geest scherp 😂
LikeLike
Wat een verhalen weer:); tijd voor verkoeling en een schoon shirt😎
LikeLike
Zojuist jullie leuke kaart ontvangen, hartelijk bedankt daarvoor en ook voor die leuke verslagen van jullie reis en ik ben blij dat het hier niet zo warm is als bij jullie .Hier is het nu lekker en het hoeft van ons ook niet warmer te worden maar dat hebben wij niet in de hand en dat is maar goed ook. Nu de hartelijke groeten van opa en mij
LikeLiked by 1 person